Leegstand als kans, lokale voedselteelt, werken met beschikbare middelen en mensen, permacultuur

Leegstand als kans, lokale voedselteelt, werken met beschikbare middelen en mensen, permacultuur

maandag 9 maart 2015

Compost


En veel ook. Afgelopen weekend is er 20  kuub compost afgeleverd. De compost die afgeleverd is door de firma Van der Stelt BV te Beverwijk is mooie zwarte compost van goede kwaliteit. Uiteraard moest alles nog de No Budget Kas in gereden worden. Met een aantal tuinliefhebbers is er zoveel mogelijk weggeschept en gelijk op de tuintjes uitgestrooid. Aangezien de hoeveelheid compost toch wel heel erg veel was hebben we aan de buren gevraagd of zij ook hongerige wormen hebben. En dat hebben ze, dus de buren zorgen ervoor dat het laatste beetje wordt opgeruimd en alles weer netje wordt. Er waren wat lekkere hapjes en er was prima koffie om de innerlijk mens te voorzien en het was een gezellig samenzijn. Hieronder een kleine sfeerimpressie.






Maar wat is nu eigenlijk compost en wat gaat erin. Compost is een donkerbruin tot zwart, kruimelig product dat bestaat uit plantaardige resten die door micro-organismen bijna tot humus zijn afgebroken. Compost bevat veel organische stof en verbetert de bodemstructuur doordat voeding en organisch materiaal wordt toegevoegd. Composteren is te vergelijken met wat in het bos gebeurt als afgevallen bladeren, twijgjes en dode planten en dieren zich omvormen tot donkerbruine bosgrond. Compost ruikt ook enigszins naar bosgrond. Dat is het resultaat van het composteringsproces. Het is een humusproduct dat organismen bevat en gemineraliseerde elementen die voedsel zijn voor planten. De levende organismen in de compost zijn geen parasieten of ziektekiemen, maar natuurlijke afbrekers van organisch materiaal Ze breken enkel afgestorven plantaardig en dierlijk materiaal af. Compost houdt het water en de voedingsstoffen goed vast en geeft ze langzaam af naar gelang de behoefte van de plantenwortels. Goede compost is luchtig, stinkt niet, is niet zuur en bevat geen onkruidzaden of ziektekiemen. Het organisch materiaal in de compost wordt al tijdens het composteringsproces, en vooral in de bodem omgezet in humus. Humus is van essentieel belang voor de bodem, omdat het de structuur verbetert, water en voedingsstoffen vasthoudt en de nuttige bodemorganismen en planten voedt.
Compost is 100% natuurlijk. Compost bestaat dus uit organisch afval. Onder organisch keuken- en tuinafval reken wij: aardappelschillen, schillen van citrusvruchten of andere vruchten, groenteresten, eierschalen, doppen van noten, theebladeren en -zakjes, koffiedik en -filters, papier van de keukenrol, kleine hoeveelheden etensresten, mest van kleine huisdieren, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, versnipperd snoeihout, haagscheersel, zaagmeel en schaafkrullen, gemaaid gras, bladeren, onkruid, resten uit de groente- en siertuin. Afval wat niet op de composthoop hoort is timmerhout, grof ongesnipperd snoeihout, beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers, aarde en zand, saus, vet, olie, stof uit de stofzuiger, as uit de open haard, houtskool, kunststof, ijzer, metaal, blik, kattenbakvulling.

Het verwerken van compost in je tuin verrijkt de bodem, je hoeft zelf geen compost of mest meer te kopen en je spaart het milieu. Compost verrijkt de bodem met organisch materiaal, voedt het bodemleven, doet een bodemstructuur ontstaan die water, warmte en voedingsstoffen vasthoudt. Het maakt kleibodems lichter, zorgt ervoor dat zandgronden beter water vasthouden, brengt de zuurtegraad van de bodem tot de optimale waarde, buffert de temperatuurverschillen tussen dag en nacht. Het voorkomt erosie van de bodem door wind en water, beschermt de planten tegen parasieten en ziekten. En het verbetert de smaak van de gekweekte groenten. Redenen genoeg dus om je organische keuken- en tuinafval zelf te verwerken tot compost. Maar hoe doen we dat? Hieronder een beknopte handleiding.
Als je je aan een paar eenvoudige regels houdt, kan er niets mis gaan. Vergeet de praatjes over stank, ratten of zurigheid. Die verhalen komen misschien wel van mensen die ooit eens wat afval op een hoop gooiden, maar nooit van mensen die echt weten waarover ze praten en een echte composthoop opzetten. Veel werk vraagt thuis composteren niet. Zo nu en dan het materiaal omzetten om het te beluchten. De rest doet de natuur. Het resultaat: compost van een goede kwaliteit zonder dat het je jaarlijks veel kost. Het uitgangspunt van composteren is eenvoudig: je houdt je organisch tuin en keukenafval apart en je verwerkt het tot compost die je in je eigen tuin kunt gebruiken. Kies in ieder geval een beschaduwde plaats voor de aanleg van de composthoop. Voor de onderste laag van de composthoop gebruik je grof materiaal, zoals versnipperde stengels. Op de onderste laag bouw je dagelijks een laagje op van keuken- en tuinafval tot een hoogte van ongeveer 1,5 m. Meng zoveel mogelijk "groen" en "bruin" materiaal door elkaar. Waterrijke en structuurloze "slappe" afvalstoffen, zoals gras en fruitresten, spreid je over de hele oppervlakte van de composthoop uit of meng je met de drogere materialen (snippers, bladeren) die je in voorraad hebt. Een goed aangelegde composthoop verspreidt weinig of geen geur, zodat burenhinder uitblijft. Als je over voldoende plaats beschikt, is het beter dat je twee of drie hopen per jaar aanlegt, in functie van je hoeveelheid afval. Na enkele dagen al stijgt de temperatuur in de hoop tot 40° à 50° C en soms zelfs meer: het composteringsproces is begonnen. Na enkele weken zet je de composthoop om, waarbij je alles luchtig door elkaar mengt. De temperatuur zal nu gedurende een korte tijd opnieuw wat stijgen. Na verloop van tijd zakt de composthoop geleidelijk in, daalt de temperatuur en beginnen wormen de hoop verder te verteren. Na ongeveer zes maanden begint de composthoop te ruiken naar verse bosgrond. De compost is klaar voor gebruik.
Zet nooit een composthoop op of start niet met het vullen van een compostvat bij vriesweer, omdat het composteringsproces dan moeilijk op gang komt. Het keuken- en tuinafval wordt best zo vers mogelijk op de composthoop of in het compostvat aangevoerd. Vermeng het met het reeds aanwezige materiaal om uitdrogen te voorkomen. Om de afbraakorganismen voldoende toegang te geven tot het afval, mag het niet te grof zijn. Daarom knip je de stengel en twijgjes van bv. de bloemen of andere planten met lange stelen best in korte stukjes.
De micro-organismen (bacteriën, schimmels,…) en kleine beestjes (wormen,…) die voor de afbraak zorgen hebben voedsel, water en lucht nodig. Goed composteren betekent dan ook goed mengen. Droog of stug afval (stro, kleine takjes,…) meng je het best met water- en voedselrijk materiaal (gemaaid gras, keukenafval,…) . Het droge afval zorgt voor de luchtcirculatie en het natte afval voor het water en het voedsel. Zo kunnen de bacteriën en schimmels het best hun gang gaan. Heb je enkel nat keukenafval en gras, voeg dan houtsnippers toe bij het opzetten van je composthoop. Voeg nooit te grote hoeveelheden van hetzelfde materiaal in één keer toe.
Door het intens afbraakproces stijgt de temperatuur in de compost en gaan de afbraakorganismen nog sneller werken. Bij temperaturen van boven de 50° C kunnen deze organismen zelfs onkruidzaden en ziektekiemen vernietigen. De hoop wordt als het ware gepasteuriseerd. Door de stijging van de temperatuur verdampt ook al het overtollige vocht. Let er dus op dat je composthoop niet te nat wordt en hierdoor aan temperatuur verliest. Nat materiaal toevoegen in je compostvat is dus uit de boze. Het proces van de compostering wordt sterk bevorderd door de compost te beluchten. Als je met een composthoop of een compostbak werkt, moet je de compost omzetten. Bij een composthoop doe je dat met een riek. Als je met compostbakken werkt, verplaats je de inhoud van de ene bak naar de andere. Bij een compostvat moet met een beluchtingsstok gebruiken.
Composteren is een natuurlijk proces en vraagt tijd. In de zomer moet je rekenen op 3 à 4 maanden en in de winter op 6 maanden voordat de compost gebruiksklaar is. Compost die klaar is in het najaar kan je als bodembedekker gebruiken, zowel voor de bloemperken, voor de struiken, als voor de groentetuin. Op die manier breng je tegelijk een beschermende laag aan voor de winter en breng je een bron met humus aan voor het voorjaar.
Tenslotte geen gedicht maar een leuke en leerzame leestip, echt een aanrader, maar helaas wel in het Engels. De titel is There’s a hair in my dirt! A worm’s story. Het verhaal begint met een jonge worm die met zijn familie aan tafel zit en de gebruikelijke maaltijd van aarde voorgeschoteld krijgt. Hij is geschokt wanneer hij een haar ontdekt in zijn aarde. Al enigszins boos omdat hij alleen maar een worm is, haalt Junior uit naar zijn familie. Hij klaagt over de nederige status van zijn soort in de voedselketen. Zijn vader, een chagrijnige en grijze ongewervelde, vermaant zijn jonge zoon en vertelt hem een verhaal. Het verhaal gaat over Harriet het mooie meisje en haar heerlijke wandeling door de natuur. Als het verhaal vordert, wordt geleidelijk aan de lezer geopenbaard dat de wereld zoals gezien door de ogen van Harriet niet representatief is voor de werkelijkheid, maar weerspiegelt slechts haar gebrekkig waarneming ervan (ze ziet de mens in het middelpunt van de schepping). Het verhaal eindigt wanneer de jonge worm zich realiseert dat de haar op zijn bord van aarde eigenlijk een haar is van een lang geleden overleden Harriet.
De centrale boodschap van het verhaal is dat de liefde voor de natuur en het gewoon waarderen niet genoeg is. We moeten de passie, nieuwsgierigheid, en wijsheid hebben om te proberen het te begrijpen. Gewoon bewonderen en stilstaan bij de schoonheid kan leiden tot een te romantisch beeld van de natuurlijke wereld. Het verhaal schetst een beeld dat de natuur ook lelijkheid, chaos, dood, verval en vernietiging is. In werkelijkheid is de natuur noch vriendelijk noch wreed, maar eerder onverschillig.