Ook
Dordrecht kent langdurige leegstand.
Diverse
tuinbouwkassen zijn niet meer in gebruik, worden niet meer onderhouden en
wachten op sloop. Met alle gevolgen van dien: verpaupering, vernieling, insluiping,
hennepteelt, verstoring van het uitzicht van omwonenden e.d.
Maar zou
je leegstand ook niet als káns kunnen zien ?
Waarom een kassencomplex
niet tijdelijk een andere, creatieve functie geven?
Zelfs
een onverwarmde kas zonder verdere faciliteiten zoals elektra en water biedt
ongekende mogelijkheden voor het telen van groenten, kruiden en fruit.
‘Stadslandbouw’
maakt wereldwijd enorme opgang.
Burgers meer in
contact brengen met het buitengebied, buurtmoestuinen,
lokale
en ecologisch verantwoorde voedselteelt, minder voedselkilometers. Ook de
grotere steden in Nederland kennen al talloze succesvolle projecten, zowel
grootschalig als kleinschalig.
En als
het gaat om leegstand: zelfs leegstaande kantoorpanden worden steeds meer gebruikt
voor voedselproductie, soms zelfs met zeer ‘high-tech’ teeltmethoden.
In juni
2012 hoorde ik tot mijn verrassing dat enkele mensen een gedeelte van het
kassencomplex Zuidendijk 286A in gebruik hadden genomen, min of meer met toestemming van de gemeente.
Het
tijdelijk beschikbaar komen van deze kas maakte het mogelijk om mijn persoonlijke
ambitie in daden om te zetten.
Een vorm van
stadslandbouw, als burgerinitiatief, werd zo mogelijk.
Lokale voedselproductie
als sociale activiteit op het Eiland van Dordrecht is mijn grote wens, en dat
was precies de reden om snel bij de anderen in de kas aan de Zuidendijk aan te
sluiten.